In fruit zitten pitjes van verschillende soorten en maten. Van kleine pitjes op aardbeien en in kiwi’s tot aan grote pitten in abrikozen en perziken. Maar kun je deze pitjes gewoon opeten of is dat bij sommige fruitsoorten toch niet zo’n goed plan?
Bij veel fruitsoorten kun je de pitten prima opeten. Dit geldt onder andere voor aardbeien, druiven, frambozen, kiwi’s, mandarijnen en meloen.
De pitten van appels, peren en steenvruchten (abrikozen, perziken, pruimen, nectarines en kersen) kun je beter niet doorslikken. In deze pitten zitten plantengifstoffen die in je lichaam kunnen worden omgezet in cyanide. Van deze stof kun je flink ziek worden en in grote hoeveelheden kan het zorgen voor hoofdpijn, draaierigheid en problemen met je ademhaling.
Maar geen paniek! Als je per ongeluk toch een pit doorslikt, kan dit niet gelijk kwaad. De pit wordt niet verteerd in je lichaam en komt er daardoor gewoon weer via je ontlasting uit. Alleen als je de pit kapot kauwt of fijnmaalt komen er kleine hoeveelheden van de plantengifstoffen vrij.
Bij appels en peren zijn deze hoeveelheden schadelijke stoffen heel klein, maar bij abrikozen ligt deze hoeveelheid een stuk hoger. De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) heeft berekend dat een volwassene bij het eten van een hele rauwe abrikozenpit al de veilige gezondheidsgrens over gaat. Eet deze dus nooit op!
Bron: Voedingscentrum