Wat is schermtijd?
Schermtijd is tijd die we besteden aan televisiekijken of het gebruik van andere elektronische apparaten zoals een computer, tablet of mobiele telefoon.
Minder beweging
Het is onwaarschijnlijk dat het kijken naar een scherm op zich het risico op overgewicht vergroot. Het gaat er om dat schermtijd een activiteit is waarbij we heel weinig bewegen, oftewel zeer inactief zijn.
Tijdens het kijken naar een scherm zijn we zelfs nog minder actief dan wanneer we bijvoorbeeld zittend een gesprek voeren. Als we weinig bewegen, verbranden we weinig calorieën. Hierdoor kunnen we in gewicht aankomen.
Snackgedrag
Schermtijd hangt ook samen met de consumptie van ongezonde snacks en suikerrijke dranken.
Ook worden we door het gebruik van een tablet of televisie blootgesteld aan reclame voor voeding met veel vet, zetmeel of suiker. Met name kinderen zijn hier gevoelig voor. Dit kan leiden tot het vaker eten of drinken van ongezonde producten en hierdoor tot gewichtstoename.
Schermtijd van kinderen, grote zorg
Het wetenschappelijk bewijs dat schermtijd kan leiden tot gewichtstoename, overgewicht en obesitas is sterk bij volwassenen én kinderen.
In onderzoek naar kinderen is het bewijs nog sterker. Gedrag geleerd op jonge leeftijd bepaalt in grote mate ons gedrag als volwassenen. Kinderen met overgewicht hebben later ook vaak last van overgewicht. Leer kinderen daarom al vroeg om de tijd die ze achter een scherm besteden zoveel mogelijk te beperken.
Wat is ons advies?
Ons advies is om zittende activiteiten zoals televisiekijken en het gebruik van een tablet zoveel mogelijk te beperken en te onderbreken. Daarbij is het goed om elke dag minimaal een half uur matig intensief te bewegen. Meer bewegen is altijd beter! Lees meer over ons advies om minder te zitten.
Hoeveel zitten we?
We zitten gemiddeld 9 uur per dag! Mannen zitten dagelijks gemiddeld iets langer dan vrouwen. Jongeren tussen de 12 en 17 jaar zitten het meest, namelijk 10,1 uur per dag. Activiteiten die een belangrijke bijdrage leveren aan deze hoge score zijn: zitten tijdens de les, huiswerk maken, computeren of smartphone- en tabletgebruik.
Bron: Leefstijlmonitor, CBS i.s.m. RIVM en VeiligheidNL, 2017.