Naast het drinken van een biertje of wijntje op het terras, kan alcohol ook als ingrediënt gebruikt worden tijdens het koken. Er wordt vaak gezegd dat de alcohol tijdens het koken helemaal verdampt, maar is dit ook echt zo?
Bij veel verschillende gerechten wordt alcohol toegevoegd als smaakmaker. Denk bijvoorbeeld aan witte wijn in een risotto, kaasfondue of bij de mosselen. Of een stoofpot met rode wijn of een donker biertje. Een andere manier van koken met alcohol is flamberen. Hier is een drank voor nodig met minimaal 40% alcohol. Deze drank wordt kort aangestoken.
De hoeveelheid alcohol die achterblijft in het eten verschilt per bereidingswijze:
Manier van bereiden | Tijd | Alcohol die overblijft in het gerecht |
Toevoegen aan een warm gerecht, daarna niet meer koken | – | 85% |
Flamberen | – | 75% |
Een koud gerecht een nacht laten staan | 10-12 uur | 70% |
Koken zonder roeren | 25 minuten | 40% |
Koken/sudderen | 15 minuten | 40% |
30 minuten | 35% | |
60 minuten | 25% | |
90 minuten | 20% | |
120 minuten | 10% | |
150 minuten | 5% |
Alcohol wordt ook gebruikt in koude gerechten zoals tiramisu, boerenjongens of sommige soorten kwarktaart. Ook al worden deze gerechten niet verhit, verdampt toch een deel van de alcohol. Dit hangt af van hoe je deze gerechten bewaart. Denk bijvoorbeeld aan hoe lang het wordt bewaard, op welke temperatuur en of het eten wordt afgedekt.
Als je een koud gerecht met alcohol een nacht onafgedekt in de koelkast bewaart, blijft er nog tussen de 70 en 77% alcohol in het gerecht over.
Bij zwangerschap kun je gerechten waar alcohol in is verwerkt beter laten staan. Check dus goed of jouw gerecht alcohol bevat. Je kan het op de menukaart lezen of navragen bij de ober.