Genezen van kanker is helaas niet altijd mogelijk. Maar wat kun je dan het beste eten? En waar kun je nog meer op letten? In dit artikel lees je hier meer over.
In deze fase is de behandeling erop gericht dat je zo min mogelijk klachten en symptomen hebt.
Ook is er in de behandeling aandacht voor goed eten en regelmatig eten en bewegen. Dit kan helpen om in een zo goed mogelijke conditie te blijven.
Om zo fit mogelijk te blijven is het belangrijk dat je elke dag voldoende energie (calorieën) en eiwitten eet. Probeer bij iedere maaltijd een portie vlees, vis, kip, kaas, ei, peulvruchten, noten of een vegetarische vervanger te eten. Je kunt ook bij de maaltijden of tussendoor royaal gebruik maken van zuivel zoals (chocolade)melk, karnemelk, yoghurt, vla, kwark of pap. Hier vind je meer eiwitrijke producten en tussendoortjes.
Ook een portie groente (3 opscheplepels) en minimaal 2 stuks fruit zijn dagelijks nodig om fit te blijven. Hetzelfde geldt voor het eten van aardappelen en volkoren varianten van brood, rijst of pasta. Hierin zitten belangrijke vitamines, mineralen en ook voedingsvezels die je nodig hebt voor je darmen.
Het kan zijn dat je afvalt in deze fase. Als je merkt dat je bijvoorbeeld in een maand meer dan 2-3 kilo afvalt, is het goed dit met je arts of verpleegkundige te bespreken. Zij kunnen je in contact brengen met een oncologiediëtist voor een persoonlijk advies. Je kunt ook zelf een afspraak maken via www.verwijsgidskanker.nl.
Al deze producten leveren samen een goede basis die je kan aanvullen met extra tussendoortjes naar behoefte. Variatie is ook belangrijk. Door te variëren kan eten aangenamer worden en krijg je bovendien makkelijker alle voedingsstoffen binnen.
Overleg altijd met je arts of diëtist wanneer je voedingssupplementen wil gebruiken. Zij kunnen je adviseren of dat in jouw situatie verstandig is.
Als je niet genoeg kunt eten, kan medische voeding (drinkvoeding, sondevoeding of parenterale voeding) er soms voor zorgen dat je toch voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt. Samen met de diëtist bekijk je wat voor jou een goede keuze is. Bij de beslissing of er wel of niet gestart wordt met medische voeding zijn de volgende punten belangrijk:
Naast het eten van voldoende energie en eiwitten is het belangrijk om zoveel mogelijk in beweging te blijven. De combinatie van voeding en beweging zorgt er namelijk voor dat het lichaam zo goed mogelijk in conditie blijft. Spieren blijven alleen behouden als ze aan het werk worden gezet, dus door voldoende te bewegen.
Als je onbedoeld gewicht verliest, verlies je niet alleen lichaamsvet maar ook spieren. Hierdoor gaat je spierkracht en conditie achteruit. Hierdoor kunnen dagelijkse bezigheden zoals (trap)lopen, jezelf douchen, aankleden of uit een stoel opstaan steeds moeilijker worden.
Bij ernstige vermoeidheid wordt vaak gedacht dat je rust nodig hebt. Door alleen te rusten kan het probleem juist erger worden. Rusten is goed, maar daarnaast is het voor het behouden of opbouwen van je spieren belangrijk om ook actief te blijven. Het is niet nodig om intensief te sporten. Dagelijks een eindje wandelen of fietsen helpen al. Ook kleine klusjes in huis en in de tuin zijn goede activiteiten. Dat kan in het begin veel moeite kosten, maar wordt gemakkelijker als je het regelmatig doet.
Je arts of verpleegkundige kan je in contact brengen met een fysiotherapeut die gespecialiseerd is in beweging bij kanker. Samen met je fysiotherapeut stel je een beweegprogramma samen. Dit wordt afgestemd op wat jij wel en niet aankunt. In het beweegprogramma is aandacht voor de opbouw van je spierkracht door bijvoorbeeld te bewegen met gewichten, maar ook voor de opbouw van je conditie en uithoudingsvermogen door te lopen of fietsen. Je vermoeidheidsklachten kunnen daardoor verminderen. De fysiotherapeut kan je ook tips geven hoe je met je dagelijkse activiteiten je conditie en kracht kunt behouden.
Bespreek altijd met je behandeld arts of verpleegkundige wat in jouw situatie mogelijk is en tegen welke dingen je aanloopt. Soms bieden ziekenhuizen een traject aan waar een fysiotherapeut en diëtist bij betrokken zijn. Het doel van zo’n traject is om het lichaam fit te houden.
Ook kan het prettig zijn om mentale ondersteuning te krijgen, niet alleen voor jou maar ook voor je naasten. Je arts of verpleegkundige kan je doorverwijzen naar een psycholoog, maatschappelijk werker of andere hulpverlener binnen of buiten het ziekenhuis. Ook lotgenotencontact kan prettig zijn en kan zorgen voor (h)erkenning van emoties.
Zorgverleners gericht op kanker bij jou in de buurt zoals fysiotherapeuten, diëtisten en psychologen kun je vinden via www.verwijsgidskanker.nl.
Wanneer je in de laatste fase van je leven komt, is de behandeling vooral bedoeld om de klachten zoveel mogelijk te verminderen.
Mensen in de laatste levensfase lijken vaak minder moeite te hebben met het stoppen met eten en drinken dan hun naasten. Stoppen met eten en drinken hoort bij het sterven. Het is in deze fase niet meer nodig je aan voedingsaanbevelingen te houden.
Veel druk van de omgeving op het moeten eten en drinken kan ook zwaar zijn als je dit niet meer wil of kan. Bespreek dit daarom ook met elkaar.
In de laatste fase willen naasten graag zorgen voor hun zieke dierbare. Voor hen is het ook een voorbereiding op het naderende afscheid. Als naaste kun je in de laatste levensfase bijdragen door: