Bewegen bij anti-hormonale therapie? - WKOF

Welke invloed heeft anti-hormonale therapie op mijn lichamelijk functioneren?


Logo Bewegenenkanker


De gevolgen van anti-hormonale therapie op het lichamelijk functioneren (hoe je lichaam beweegt en werkt) kunnen sterk per persoon verschillen. Anti-hormonale therapie kan bij vrouwen tot andere klachten leiden dan bij mannen.

Klachten bij vrouwen

Vrouwen die behandeld worden met anti-hormonale therapie kunnen last krijgen van de volgende klachten:

  • vervroegde overgang (menopauze)
  • osteoporose (botontkalking)
  • gewrichtsklachten
  • verandering in gewicht, met name meer vet- en minder spiermassa
  • stemmingswisselingen (het ene moment zit je goed in je vel en voel je je vrolijk, maar een tijdje later voel je je weer somber of verdrietig)
  • depressieve gevoelens (somberheid, neerslachtigheid en lusteloosheid)

Klachten bij mannen

Mannen die behandeld worden met anti-hormonale therapie kunnen last krijgen van de volgende klachten:

  • verandering in gewicht
  • minder spiermassa
  • minder sterkte botten
  • meer kans op vallen (hoger valrisico)
  • meer kans op hart- en vaatziekten

Blijf bewegen bij anti-hormonale therapie

Uit onderzoek weten we dat fysieke training de bijwerkingen van anti-hormonale therapie kan verminderen. Training helpt om het gewicht gezond te houden en kan zorgen voor meer stabiliteit en spierkracht.

  • Streef ernaar om ten minste 3 keer per week 30 minuten fysiek actief te zijn (conditietraining) op een intensiteit waarbij je hartslag wat verhoogd wordt en je het wat warmer krijgt.
  • Doe ook ten minste 2 keer in de week krachttraining voor ten minste 20 minuten. Het gaat om krachtoefeningen van de grote spiergroepen (zoals armen, benen en romp). Die kun je doen in de sportschool, maar ook thuis of buiten met gewichtjes, een elastische weerstandsband of je eigen lichaamsgewicht.


Een samenwerking tussen