Voor professionals - Bewegen bij neuropathie door chemo - WKOF

Bewegen bij neuropathie door chemotherapie


Logo Bewegenenkanker


Achtergrondinformatie over chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie (CIPN)

Definitie

Chemotherapie kan leiden tot zenuwschade. Chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie (CIPN) is schade aan perifere zenuwen, vaak veroorzaakt door middelen zoals platinaderivaten, taxanen, vinca-alkaloïden, thalidomide of bortezomib.

Klachten

CIPN uit zich in gevoelloosheid, tintelingen en/of pijn in handen en/of voeten, en kan ook leiden tot verminderde spierfunctie, coördinatie en proprioceptie. Klachten kunnen nog jaren na de behandeling aanhouden. Patiënten met CIPN kunnen blijven bewegen, maar door sensorische en motorische problemen (o.a. verhoogd valrisico) zijn passende veiligheidsmaatregelen noodzakelijk.

Bewegen met CIPN-symptomen

Beweegprogramma’s blijken veilig en effectief voor patiënten met CIPN-symptomen. Onderzoek laat verbeteringen zien in kwaliteit van leven, spierkracht, evenwicht en symptoomlast. De meest onderzochte interventies combineren duur-, kracht- en balanstraining, variërend in duur (3–36 weken), frequentie (2–7 dagen per week), sessielengte (10–60 minuten) en intensiteit (laag–hoog). Interventies kunnen begeleid of zelfstandig worden uitgevoerd. Door deze variatie in duur, opbouw en type oefeningen zijn er nog geen concrete richtlijnen te formuleren voor beweegprogramma’s bij CIPN.

Aandachtspunten

  • Ook bij CIPN kunnen beweeginterventies positieve effecten hebben op kracht, balans en kwaliteit van leven.
  • Begeleiding door een fysiotherapeut kan helpen bij het veilig uitvoeren van oefeningen en het verbeteren van de balans.
  • Er is nog beperkt bewijs dat inspanning effect heeft op de klachten van CIPN.
  • Bij problemen in het dagelijks functioneren kan begeleiding door een ergotherapeut zinvol zijn.


Een samenwerking tussen