Voor professionals - Bloedwaarden en bewegen - WKOF

Bewegen bij een verstoord bloedbeeld tijdens chemotherapie


Logo Bewegenenkanker


Achtergrondinformatie over bewegen bij een verstoord bloedbeeld tijdens chemotherapie

Chemotherapie kan leiden tot veranderingen in het bloedbeeld. In sommige gevallen kunnen lage bloedwaarden het aanbieden van trainingsinterventies beïnvloeden.
Bij de begeleiding van patiënten tijdens chemotherapie is het daarom zinvol om zicht te hebben op de volgende bloedwaarden:

  • Trombocyten (bloedplaatjes)
  • Hemoglobine
  • Leukocyten (witte bloedcellen)

Aandachtspunten

Trombocyten

Als een patiënt lage trombocyten waarden heeft, is er een hoger risico op bloedingen.

Wanneer de trombocyten waarden onder de 20.000/µL komen wordt het afgeraden te trainen.

Als de trombocyten laag zijn, maar hoger dan 20.000/µL, kan er getraind worden, maar dien je wel met een aantal dingen extra rekening te houden:

  • Vermijd oefeningen met hoge intensiteit.
  • Vermijd drukpunten tijdens krachtoefeningen.
  • Vermijd contactsporten.
  • Laat de patient goed doorademen tijdens de oefeningen, om een hoge bloeddruk te voorkomen.
  • Laat de patient voldoende water drinken.
  • Houd eventuele signalen van een bloeding goed in de gaten.

Hemoglobine (Hb)

Als een patiënt een Hb < 6 heeft, wordt het aanbevolen met de arts af te stemmen of er getraind kan worden. Indien een patiënt een laag Hb heeft, is het verstandig om onderstaande symptomen extra te monitoren en indien deze aanwezig zijn de intensiteit te verlagen:

  • kortademigheid en vermoeidheid zonder duidelijke oorzaak
  • duizeligheid
  • hoofdpijn
  • hartkloppingen
  • transpireren
  • lage lichaamstemperatuur

Leukocyten (witte bloedcellen)

Als de waarden van de leukocyten laag zijn, dan is het belangrijk om infecties te voorkomen. Daarom kan het verstandig zijn om deze patiënten individueel of thuis te laten trainen.


Algemeen

Wanneer de bloedwaarden laag zijn en een (matig-)intensieve training wordt afgeraden, is het goed om de patiënt alternatieve oefeningen aan te bieden die veilig uitvoerbaar zijn. Zo blijft de patiënt actief en kan verlies van spiermassa en conditie worden beperkt.


Een samenwerking tussen