Longkanker komt in Nederland veel voor. Jaarlijks zijn er ruim 13.000 mensen in Nederland die de diagnose longkanker krijgen. Lees hier alles over deze vorm van kanker.
Bij longkanker is er een tumor ontstaan in de longen. Deze tumor kan op verschillende plekken in de long zitten.
Niet elke tumor in de longen is longkanker. In de longen kunnen ook uitzaaiingen van een andere kankersoort zitten. Als borstkanker bijvoorbeeld uitzaait naar de longen is dat geen longkanker, maar zijn het uitzaaiingen van borstkanker in de longen.
Longkanker geeft in het beginstadium weinig klachten die direct wijzen op kanker. Veel hoesten en vermoeidheid zijn veelvoorkomende klachten van longkanker, maar worden vaak ook toegeschreven aan andere aandoeningen. Hierdoor wordt een diagnose vaak in een laat stadium gesteld. Voorkomende klachten bij longkanker zijn bijvoorbeeld:
Deze klachten kunnen ook voorkomen bij een verkoudheid of griep en duiden dus niet direct op longkanker. Het is daarom belangrijk bij deze klachten contact op te nemen met je huisarts.
Longkanker kan ontstaan als het DNA in longcellen beschadigd is en deze cellen zich daardoor ongeremd gaan delen. Deze cellen kunnen een tumor of gezwel vormen.
Kanker is een ingewikkelde ziekte en veel verschillende factoren spelen een rol bij het ontstaan ervan. Bij 85% van de gevallen van longkanker is er een relatie met roken. Niet alleen sigaretten, maar ook een pijp of sigaren en passief meeroken tellen hierin mee.
Uit onderzoek blijkt ook dat hoge doseringen van de stof beta-caroteen, die te krijgen is in bepaalde voedingssupplementen, de kans op longkanker bij rokers kan vergroten. Daarom raden we aan om geen voedingssupplementen te nemen ter preventie van kanker. Ons advies is om alle gezonde voedingsstoffen uit je voeding zelf te halen. Er zijn situaties waarbij je wel baat kan hebben bij een supplement. Lees meer hierover in ons advies over voedingssupplementen.
Er is niet één variant van longkanker; we kennen verschillende vormen. Bij meer dan 80% van de gevallen zien we echter wel één van de twee varianten terugkomen, namelijk niet-kleincellige longkanker.
Bij deze soort longkanker zijn de kankercellen minstens even groot als normale longcellen. Dit kan men onder de microscoop zien. Niet-kleincellige longkanker groeit relatief langzaam en zaait minder snel uit dan kleincellige longkanker. Het gevaar is dat niet-kleincellige longkanker jarenlang in het lichaam aanwezig kan zijn zonder klachten te veroorzaken. Wanneer men klachten ervaart, is de tumor vaak al uitgezaaid. Bij niet-kleincellige longkanker maakt men onderscheid tussen:
Ongeveer 60% van de niet-kleincellige longkankergevallen is adenocarcinoom. Deze variant komt bij zowel rokers als niet-rokers voor en groeit doorgaans in de buitenste delen van de longen. 30% van de longkankers is een plaveiselcarcinoom en komt voornamelijk voor bij rokers en ex-rokers. De overige 10% van de gevallen is een grootcellig/ongedifferentieerd carcinoom. Deze agressieve subsoort verspreidt zich snel en is daardoor moeilijker te behandelen.
Bij kleincellige longkanker zijn de kankercellen, zoals de naam al doet vermoeden, kleiner dan de longcellen zelf. Deze variant is agressief, wat betekent dat de cellen zich snel delen; sneller dan bij niet-kleincellige longkanker. Bij kleincellige longkanker ziet men vaak al uitzaaiingen in de rest van het lichaam wanneer de klachten ontstaan. Ongeveer 15% van de longkankergevallen is kleincellige longkanker.
Voor de behandeling van longkanker kunnen artsen kiezen uit veel verschillende mogelijkheden. Waar ze uiteindelijk voor kiezen, hangt onder andere af van de soort longkanker, de plek, de grootte en of er eventuele uitzaaiingen zijn. Doorgaans kiezen artsen voor een combinatie van immuuntherapie en doelgerichte therapie. Over het algemeen zijn de volgende behandelingen voor longkanker bekend:
Het volgende advies is gebaseerd op onderzoeksresultaten van ons grootste onderzoek ooit naar voeding, leefstijl en kanker.
Het belangrijkste wat je kunt doen ter preventie van longkanker is niet roken, of daarmee stoppen als je dat al doet. Als je wilt stoppen met roken, bespreek dit met je huisarts. Hij of zij kan je hierbij helpen.
Dit artikel is bijgewerkt in november 2023.