We horen en lezen vaak dat er ziekmakende of schadelijke stoffen in ons eten zitten. Maar is dat eigenlijk wel zo? En kunnen bepaalde stoffen de kans op kanker vergroten? Kom meer te weten over de veiligheid van onze voeding!
Voedsel wordt uitgebreid gecontroleerd
De European Food Safety Authority (EFSA) is een bureau (agentschap) van de Europese Unie die onafhankelijke, wetenschappelijke adviezen geeft over voedselveiligheid. In Nederland houdt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit de veiligheid van voedsel goed in de gaten. Ook controleren ze of de wetten worden nageleefd.
Als een product niet veilig is, halen zij het product van de markt. Hierbij wordt zowel gekeken naar schadelijke stoffen in de voeding, als naar ziekteverwekkers zoals ziekmakende bacteriën.
De laatste jaren zijn er veel voedselschandalen geweest. Ook zijn er regelmatig producten uit de schappen gehaald. Dit laat zien dat er goed op de veiligheid van ons voedsel wordt gelet.
Bovendien worden de opsporingstechnieken steeds beter. Hierdoor worden schadelijke stoffen eerder opgemerkt. Dit is goed voor de veiligheid van ons voedsel. Je kunt er dus vanuit gaan dat er alles aan gedaan wordt om te zorgen dat het eten wat je in de winkel koopt veilig is.
Hormoonverstorende bestrijdingsmiddelen
Uit onderzoek van René Houkema in opdracht van Trouw is gebleken dat op producten, met name groente en fruit, uit niet-Europese landen grote hoeveelheden resten van bestrijdingsmiddelen aangetroffen zijn. Deze middelen werken hormoonverstorend. De Dominicaanse Republiek, Colombia en Kenia scoren onder andere hoog op vervuilde producten. Binnen de EU scoort vooral Spanje slecht.
Ook op Nederlandse aardbeien en komkommers zitten giffen die onze hormoonbalans kunnen aantasten. Toch is er momenteel geen reden om deze producten uit de schappen te halen, omdat de producten op dit moment voldoen aan de veiligheidsnorm. Deze norm houdt in dat het product niet schadelijk voor onze gezondheid is, omdat het geen grens overschrijdt. Hierdoor wordt de voedselveiligheid gewaarborgd. Je hoeft je dus geen zorgen te maken.
Regelmatig wordt er onderzoek gedaan naar de normen en deze worden aangepast indien nodig. Het zou dus zomaar kunnen zijn dat de komkommers die nu in de supermarkten liggen over 3 jaar niet meer in de supermarkten mogen liggen in verband met de veiligheidsnorm.
Het belangrijkste advies is daarom: eet gevarieerd. Hiermee verklein je ook de kans op hoge blootstelling aan schadelijke stoffen (zoals hormoonverstorende stoffen) op groente en fruit. Momenteel is er geen reden om bepaalde voedingsmiddelen te vermijden. Ook zwangere vrouwen en kleine kinderen kunnen groente en fruit eten.
De lever maakt schadelijke stoffen onschadelijk
In bijna alle producten zitten zowel goede als minder goede stoffen. De minder goede stoffen zijn alleen in een bepaalde hoeveelheid schadelijk. Deze hoeveelheid verschilt per stof.
Ons lichaam kan deze stoffen onschadelijk maken, dit wordt gedaan door de lever. Deze stoffen worden vervolgens door het lichaam uitgescheiden via de urine of ontlasting.
Een voorbeeld hiervan is vette vis. Vette vis bevat onder andere gezonde vetzuren, die bijvoorbeeld belangrijk zijn voor onze hersenen. Vette vis kan echter ook zware metalen bevatten. Daarom is het advies om niet vaker dan 1 keer per week vette vis te eten. Hierdoor voorkom je dat je een te veel aan metalen binnenkrijgt en krijg je wel de nuttige voedingsstoffen uit vis binnen.
Een ander voorbeeld zijn groene groenten. Groene groenten zijn heel gezond omdat ze veel vitamines, mineralen en vezels bevatten. Groene groenten bevatten echter ook nitraat, wat door het lichaam kan worden omgezet in nitriet en onder bepaalde omstandigheden kankerverwekkend kan zijn als het in grote hoeveelheden aanwezig is. Bij het eten van normale porties krijg je geen gevaarlijke hoeveelheden binnen.
De voordelen voor onze gezondheid van vette vis en groene groenten zijn in deze voorbeelden veel groter dan de schadelijke gevolgen. Dit geldt ook voor de gezondheidsvoordelen van groente en fruit. Deze voordelen zijn groter dan de kleine resten bestrijdingsmiddelen die je misschien binnen kunt krijgen.
Bronnen:
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
