Wij gebruiken cookies om de gebruikerservaring en functionaliteit op onze website voor je te verbeteren. Door verder te gaan ga je akkoord met het plaatsen van cookies. Ja, ik accepteer cookies Lees meer over cookies
Selenium en prostaatkanker
Mechanismen bij darmkanker
Mediterraan voedingspatroon en het risico op slokdarm-, maag-, alvleesklier-, long- en borstkanker
Hoofdonderzoeker: Prof. Anne Tjønneland
Onderzoeksinstituut: Danish Cancer Society Research Center, Denemarken
Er zijn aanwijzingen dat een tekort aan het mineraal selenium* het risico op prostaatkanker verhoogt. De hoeveelheid selenium in onze voeding hangt af van het gehalte aan selenium in de bodem. In Denemarken is dit gehalte, net als in Nederland, erg laag.
Er is nog veel onbekend over het mogelijke verband tussen selenium en prostaatkanker. Eerder onderzoek laat zien dat mannen met zowel een te lage als een te hoge inname van selenium een verhoogd risico op prostaatkanker hebben. Wetenschappers hebben ook gezien dat genetische variatie en leefstijlfactoren het verband tussen selenium en prostaatkanker beïnvloeden.
Meestal wordt de seleniumstatus gemeten via het bloed, maar in een eerder gepubliceerde studie is gebruikgemaakt van teennagels. Via de teennagel kan de seleniumstatus over een langere periode worden vastgesteld. Het verschil in meetmethode kan belangrijke uitkomsten geven.
Prof. Tjønneland en haar team gaan het volgende onderzoeken:
Dit onderzoek is van groot belang, omdat het ons hopelijk meer antwoorden geeft over de eventuele preventieve rol van selenium bij prostaatkanker. Ook kunnen we risicogebieden identificeren als we weten dat mannen een hoger risico op kanker hebben in gebieden waar van nature weinig selenium in de grond zit. In deze landen zouden er preventieve maatregelen genomen kunnen worden.
*Selenium werkt als een antioxidant en gaat de vorming van schadelijke stoffen in het lichaam tegen. Selenium is in bijna alle voedingsmiddelen aanwezig, maar met name bevatten paranoten, orgaanvlees en vis selenium en in mindere mate bevatten ook granen selenium. Lees meer over dit onderzoek
Hoofdonderzoeker: Dr. Mazda Jenab
Onderzoeksinstituut: International Agency for Reseach on Cancer, Frankrijk
Er zijn aanwijzingen uit eerdere onderzoeken dat een hoge bloedsuikerspiegel het risico op darmkanker kan verhogen. Recent zijn er belangrijke componenten geïdentificeerd genaamd Advanced Glycation End Products (AGE’s), die onder andere in het lichaam ontstaan bij een te hoge bloedsuikerspiegel. Deze componenten worden ook gevormd wanneer bepaalde voedingsmiddelen (hoog in vet/proteïne en van dierlijke origine) op een hoge temperatuur worden bereid. De condities waaronder AGE’s worden gevormd, zijn dezelfde condities waarbij ontstekingen en oxidatieve stress in het lichaam ontstaan. Deze twee processen zijn al eerder in verband gebracht met kanker en andere chronische ziekten als diabetes.
Dr. Jenab en zijn team gaan onderzoeken in welke mate AGE’s, gevormd in voeding of gemeten in het bloed, in verband staan met darmkanker.
De kennis die we met dit onderzoek opdoen is van groot belang om de mechanismen bij het ontstaan van darmkanker beter te begrijpen. Dit kan ons handvatten geven om betere preventiestrategieën te ontwikkelen.
Hoofdonderzoeker: Prof. Piet van den Brandt
Onderzoeksinstituut: Universiteit van Maastricht, Nederland
Wetenschappelijk onderzoek heeft al eerder aangetoond dat het Mediterrane voedingspatroon* kan beschermen tegen hart- en vaatziekten. Recent is ook ontdekt dat zo’n voedingspatroon kan beschermen tegen kanker, met name kankersoorten met een slechte overlevingskans zoals kanker in de slokdarm, maag, alvleesklier en longen. Momenteel is er nog onvoldoende goed wetenschappelijk bewijs beschikbaar om dit te bevestigen.
Prof. Piet van den Brandt en zijn onderzoeksteam gaan het volgende onderzoeken:
Het team maakt gebruik van de Nederlandse Cohort Studie (NLCS). Voor deze studie zijn gegevens van meer dan 120.000 mensen gebruikt. Tevens is het extra belangrijk om meer te weten over preventie van kankersoorten met een slechte overlevingskans.
*Het Mediterrane voedingspatroon wordt gekenmerkt door een hoge inname van groente, fruit, peulvruchten, volkorenproducten, vis en meervoudige onverzadigde vetzuren, een matige consumptie van alcohol en weinig geraffineerde graanproducten, rood vlees en snoep en snacks.